Bescherming andere vogels

Bij vogelbescherming gaat het niet alleen om de weidevogel. Ook andere vogelsoorten hebben het soms moeilijk en verdienen daarom aandacht. Bijvoorbeeld de zwaluw of andere vogels die (mede) afhankelijk zijn van een nestkast. Wij noemen dit ook wel broedzorg. Ook hier is veel werk te verzetten. Het ophangen en onderhouden van nestkasten bijvoorbeeld. En als er dan vogels in gaan nestelen is het bijzonder belangrijk dat deze vogels worden geregistreerd. Dat registreren kan tegenwoordig ook met een speciaal door de Bond Friese Vogelwachten ontwikkelde app. Dus met je telefoon kun je laten weten welke vogelsoorten op een bepaalde plek broeden.
Om dit te kunnen doen, moet je wel lid zijn van onze vogelwacht. Dus meld je aan als lid van vogelwacht Lemmer Eesterga Follega e.o. en doe mee.
Nestkasten
Algemene info:
In het vroege voorjaar gaan tal van vogels weer op zoek naar een nestplaats.
Veel vogels maken hun nest in een boom, heg of een struik.
Voor soorten die nestelen in holtes, dit noemen we ook wel holenbroeders, is het voor deze soorten soms erg moeilijk om een geschikt plekje te vinden.
Holen in de bomen zitten meestal in dode bomen. Omdat de mens deze bomen in het dorp wegzaagt en opruimt is er geen plek om te broeden.
Om deze vogels te helpen plaatsen we nestkastjes.
Waar moeten we om denken bij het plaatsen van de nestkastjes?
Allereerst moeten we kijken welke soorten vogels er in de tuinen aanwezig zijn, want iedere soort vogel heeft een kleinere of grotere opening in het nestkastje nodig. De Pimpelmees vindt bijvoorbeeld een nestopening van 28 mm ideaal en de koolmees vindt 32 mm een betere nestkast opening.
Voorkom dat de nestkast kan inregenen. Dit betekent dat je zoveel mogelijk probeert om de opening van de nestkast te plaatsen in de richting waar het minste regenwater vandaan komt. Het overstekende dakplankje alleen is niet genoeg om het regenwater tegen te houden.
Een nestkastje plaatsen we het liefst op de oost/noordoostzijde van een boom.
"Waarom een nestkastje aan de oost/noordoost ophangen?''
Vogeltjes hebben er een hekel aan dat de wind recht op de ingang van het nest staat. Logisch, want dan waait het altijd in het kastje. In de lente en de zomer gaat de zon steeds sterker branden. De meeste warmte heb je dan aan het eind van de ochtend en in de middag wanneer de zon in het zuiden of het zuidwesten staat. Zou je het nestkastje in die richting plaatsen dan loopt de temperatuur binnen heel snel op en kunnen de jongen het te warm krijgen en uitdrogen.
Omdat de meeste wind in Nederland uit het zuidwesten komt en de zon in het zuiden tot zuidwesten het felste schijnt kun je beter het nestkastje in de luwte van de boom plaatsen zodat het er minder waait en er in de middag schaduw is. Hier zijn de vogels heel erg blij mee.
Nestkasten moeten ook niet te dicht bij elkaar geplaatst worden. De vogels zoeken vaak toch voor een deel dezelfde insekten, larven en zaden.
Wanneer de nestkasten te dicht bij elkaar staan dan gaan de vogels elkaars insekten wegpikken en er onstaat, bij alle nestkasten, voedselschaarste voor de jongen en zijn er slechts enkele jongen die het overleven.
Door de nestkasten ruim bij elkaar weg te zetten kan iedere vogel voldoende voedsel vinden om zijn/haar jongen groot te krijgen.
De hoeveelheid bomen, struiken, bossages, planten in de omgeving is vooral bepalend.
"Waarom een nestkastje plaatsen op een hoogte van 2,0-2,5 m?"
Dit doen we om de volgende reden. Katten proberen vaak vogeltjes te vangen om ze op te eten. Dat zit in hen en dat noemen we met een moeilijk woord: "hun instinct".
Als je het kastje laag bij de grond zou plaatsen, dan kunnen ze er heel gemakkelijk naar toe springen. Als je het nestje hoog hangt kunnen ze er dus niet meer gemakkelijk bij.
Er zijn verschillende soorten nestkasten. Deze kun je zelf ook maken. Vogelwacht Lemmer Eesterga Follega is bezig om met de jeugd deze zelf te maken.